De enorme druk op de stedelijke omgeving dwingt planologen en verkeerskundigen om op een andere manier naar de inrichting en verdeling van de openbare ruimte te kijken. In diverse steden is de ontwikkeling allang in gang gezet om de auto volledig te weren uit het centrum met zero-emissiezones of minder voorrang voor auto’s, om zo te zorgen voor een schonere, veiligere en gezondere binnenstad. Meer groen en meer fiets- en wandelpaden in plaats van nog meer beton, asfalt en parkeerplaatsen. Tegelijkertijd moeten binnensteden wel voor iedereen goed bereikbaar zijn.
De veel minder vervuilende elektrische auto kan de benzine- of dieselauto vervangen, maar we hebben dan nog steeds evenveel parkeerplaatsen nodig. Burgers moeten dan ook worden aangemoedigd om over te stappen op alternatieven als het openbaar vervoer, de (deel)fiets of te gaan lopen.
Duurzame alternatieven
Voor ons Public Transport Trends Report ondervroeg PTV Group ruim 700 deskundigen uit meer dan zestig landen over hoe mensen te stimuleren zijn meer gebruik te maken van het ov. De drie meest genoemde punten waren een betere toegankelijkheid, frequentere diensten en diensten op aanvraag, plus betere integratie met andere mobiliteitsdiensten. Een goedkoper ticket werd veel minder genoemd. Het bieden van comfort en gebruiksvriendelijkheid maakt het ov aantrekkelijk, bijvoorbeeld met kortere overstaptijden en een eenvoudigere abonnementenstructuur.
Ook de deelfiets wordt als alternatief voor autogebruik in de stad ingezet. De geelblauwe OV-fiets die NS sinds 2008 verhuurd, is niet meer uit het stadsbeeld weg te denken. Forenzen, studenten en toeristen maken er maar al te graag gebruik van. Eind vorig jaar werd de OV-fiets voor de 35 miljoenste keer verhuurd en het aantal abonnementhouders groeide in de afgelopen vijftien jaar van 50.000 naar 900.000. Onlangs startte NS een proef met de eerste OV-e-bikes vanaf de stations Arnhem, Groningen en Driebergen-Zeist.
Transitie is al ingezet
In de gemiddelde woonwijk in de stad vormt de auto, hoe verder je van de binnenstad af woont, in de meeste gevallen nog steeds de eerste keus. Daarbij zijn twee auto’s voor de deur meer regel dan uitzondering, waardoor ook daar de druk op de openbare ruimte is toegenomen. In nieuw te ontwikkelen woonwijken wordt steeds meer rekening gehouden met duurzamere oplossingen, want minder auto’s in de wijk betekent letterlijk meer ruimte in de straat. Door de klimaatverandering zijn meer bomen en beplanting hard nodig voor verkoelende schaduw in de zomer en voor het vasthouden van water. Daarnaast geeft meer ruimte op straat meer ruimte om te bewegen, te spelen en elkaar te ontmoeten. Zo wordt de straat van de bewoners en niet meer het exclusieve domein van de auto.
De overheid ziet inmiddels ook de noodzaak van het leefbaar én bereikbaar houden van steden en nieuwbouwwijken door zowel miljoenen te investeren in zowel nieuwe spoorlijnen, wegen en fietspaden als door het verbeteren van bestaande infrastructuur. Niet alleen de inwoners zelf, maar ook de vele forenzen en bezoekers die naar stedelijk gebied reizen moeten de overstap maken naar andere vervoermiddelen. Momenteel vindt maar liefst 60 à 70 procent van het woon-werkverkeer naar de vijf grootste steden met de auto plaats.
Nieuwe ontwikkelingen: hubs en MaaS
Mobiliteitshubs aan de rand van steden waar je naadloos kunt overstappen op het ov of elektrisch deelvervoer, moet een gewoonte worden voor het behoud van een leefbare stad. De ontwikkeling van mobility as a service (MaaS) geeft reizigers meer keuzemogelijkheden en stimuleert het multimodaal reizen. Een vaste gebruiker van deelmobiliteit is tenslotte geen eigenaar meer van meerdere eigen vervoersmiddelen, is de gedachte. Daarnaast vervangt één deelauto negen parkeerplaatsen, stelt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in de publicatie ‘Deelauto en deelfietsmobiliteit in Nederland’. Voor vervoer tussen de steden blijft de auto, evenals het openbaar vervoer, een prima optie tot aan een mobiliteitshub. Voor de kleinere afstanden wordt de e-bike steeds populairder.
Op naar de stad van de toekomst
Kortom, het individueel reizen met de auto blijft, vooral buiten de stadscentra, mogelijk. Het overstappen naar alternatief vervoer aan de randen van de stad moet zo eenvoudig mogelijk gemaakt worden, zodat iedereen er gebruik van kan maken. Laagdrempelig wordt het als je van tevoren je reis en gewenste voertuig kunt boeken en alles in één keer kunt betalen. Daarnaast geven autovrije straten, autoluwe binnensteden met meer groen en nieuwbouwwijken met een lage parkeernorm de stedeling letterlijk meer lucht: de stad van de toekomst.
PTV denkt met u mee over de mobiliteit van de toekomst. Diensten en software van PTV stellen u in staat op korte en middellange termijn nuttige voorspellingen te doen. Meer weten? Kijk eens op Data & Stedelijke Mobiliteit | Use Cases | PTV Group