Mobiliteit is natuurlijk altijd aan verandering onderhevig. Weinig mensen hebben immers nog een paard voor de deur en een kar in de garage staan, de stoomtrein staat in het museum en vliegen is niet meer alleen weggelegd voor de welgestelde elite van de wereld.

Van autobezit naar autodelen

Autodelen is niet de heilige graal voor alle mobiliteitsperikelen, maar voor wie autodelen wel een uitkomst is, is er goed nieuws: het aanbod neemt hand over hand toe. Rijkswaterstaat meldt dat er in 2015, 14 duizend deelauto’s waren. In 2021 spraken bedrijfsleven, NGO’s en overheden de ambitie uit om dit uit te breiden naar minstens 100 duizend deelauto’s, halverwege 2021 waren dat er dan ook al bijna 90 duizend.

De deelautoritten worden vaak gebruikt ter vervanging van het gebruik van een eigen, geleende of gehuurde auto (38%) of ter vervanging van het openbaar vervoer (35%). Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt dat door autodelen het autobezit en het aantal autokilometers daadwerkelijk afneemt, ook in Nederland.

Opvallend: uit de onderzoeken blijkt ook dat het totale aantal autokilometers onder autodelers ook afneemt. Niet alleen vervangt men dus kilometers met eigen vervoer met in potentie schoner deelvervoer, maar men rijdt ook minder kilometers.

Vaak blijken jongeren niet echt veel interesse te hebben in een eigen auto – deze doelgroep denkt minder na over bezit, maar meer over gebruik. Het gaat dan om het doel, namelijk het bereiken van de bestemming op een efficiënte en schone manier, en niet om het bezit van de auto als statussymbool.

De fiets, van omafiets tot hip statussymbool (en deelfiets)

Niet alleen autobezit en de kijk op autorijden is aan het veranderen, ook de kijk op fietsen en fietsbezit is aan verandering onderhevig. Natuurlijk is Nederland nog steeds het land van de relatief goedkope omafiets, maar waar de auto als statussymbool lijkt te devalueren is bij de fiets juist een tegenovergestelde beweging zichtbaar. Naast alle vierdehands stationsfietsen staan stallingen vol met dure elektrische fietsen, waarbij sommige merken bewust inspelen op het imago van de fiets. Denk hierbij aan merken als VanMoof en Cowboy, die overduidelijk opereren in het relatief jonge segment van de ‘premium’ stadsfiets. Door toevoeging van elektronische snufjes zoals GPS-trackers, door in te zetten op aftersales-service en design rechtvaardigen de fabrikanten een hoge aanschafprijs.

De populariteit van fietslease-regelingen, waarbij de werkgever een fiets ter beschikking stelt aan de werknemer, speelt hier vast een rol bij, zeker nu sinds 2020 de bijtellingsregels voor de ‘fiets van de zaak’ veel eenvoudiger zijn dan voorheen: er geldt een vast bijtellingspercentage van 7 procent over de aanschafwaarde van de fiets. In de praktijk betaalt de werknemer vaak netto maar enkele euro’s tot hooguit enkele tientjes per maand aan bijtelling, waarmee ook een dure fiets voor de werknemer een goedkoop alternatief kan zijn voor andere mobiliteitsvormen. Ook mag de fiets van de zaak gewoon gecombineerd worden met andere mobiliteitsvergoedingen.

OV-fiets, het meest succesvolle deelsysteem (tot nog toe)

De fiets is sowieso een constante in het mobiliteitsaanbod: ook de deelfiets. Daarbij heeft Nederland een bijzonder succesvol systeem van deelfietsen, alleen zal niet iedereen dit als zodanig herkennen, want we hebben het ‘gewoon’ over de ov-fiets. Zo meldt OV-Magazine: ‘De OV-fiets zit in de lift. Voor het eerst sinds de start van de coronapandemie zijn er meer OV-fietsritten geregistreerd dan in 2019, het jaar voordat de coronapandemie uitbrak. In de maand april werden 10 procent meer ritten geregistreerd dan in dezelfde maand in 2019. De NS heeft aangegeven dat de OV-fiets met name in de weekenden extra in trek zijn. Met de toevoeging van een aantal nieuwe functionaliteiten in de NS-app wordt het voor reizigers nog eenvoudiger om een OV-fiets te huren.’

Impact op lange termijn

Hoe ons mobiliteitssysteem er in de toekomst precies uit ziet weet niemand zeker. Onverwachte invloeden kunnen processen versnellen: zo is thuiswerken sinds het uitbreken van de coronapandemie gemeengoed geworden onder vrijwel alle beroepen waar dat mogelijk is, in een veel sneller tempo dan voorheen. Wel is een duidelijk besef aanwezig dat mobiliteit en leefbaarheid, zeker in steden, nauw met elkaar verbonden zijn. We willen dat mobiliteit in dienst van leefbaarheid en de mens staat, en niet dat de mens plaats moet maken voor mobiliteit. VPRO Tegenlicht liet zeven experts aan het woord over hun visie op de impact van mobiliteit in de toekomst.

Zeker is in elk geval dat PTV mee zal bewegen met schommelingen in mobiliteit. Diensten en software van PTV stellen u in staat in elk geval op korte en middellange termijn nuttige voorspellingen te doen.

Geef een reactie