Ons mobiliteitsecosysteem is aan het veranderen. Na decennia van autogericht straatontwerp verschuiven steden steeds meer naar een meer burgergerichte focus om leefbare stedelijke omgevingen te creëren. Uitdagingen zoals de klimaatverandering en de toenemende verstedelijking vragen dringend om een overgang naar een duurzamer en efficiënter mobiliteitssysteem. Nieuwe technologieën en diensten spelen hierbij een doorslaggevende rol.
We spraken met Christian U. Haas, de CEO van PTV Group, over mobiliteitstrends 2023.
Christian, laten we eerst terugkijken. Welke ontwikkelingen in mobiliteit vielen je op in 2022?
Christian U. Haas: In Duitsland, zeker het 9-€-ticket. 52 miljoen mensen kochten deze zomer het gesubsidieerde kaartje voor het openbaar vervoer. De invoering ervan bracht het debat op gang over betaalbaar en vooral aantrekkelijk openbaar vervoer als pijler van duurzame mobiliteit. En nu zijn de Duitse federale regering en 16 deelstaten het formeel eens geworden over een nieuwe nationale maandelijkse reispas van 49 euro.
Voor ons bij PTV Group sprong de lancering van PTV Model2Go er in 2022 uit. Model2Go is een nieuwe technologie om het bouwen van gestandaardiseerde transportmodellen te automatiseren. Basistransportmodellen kunnen binnen enkele dagen voor elke stad of regio wereldwijd worden opgesteld – een proces dat handmatig enkele maanden in beslag neemt.
Tot nu toe werden modelgebaseerde analyses vaak niet gebruikt omdat het modelbouwproces duur en tijdrovend was. Model2Go is dus een echte game-changer in stedelijke en transportplanning. Het vermindert drastisch de tijd, moeite en kosten van modelbouw. Dus het maken van modelgebaseerde beslissingen is haalbaar – zelfs voor kleine projecten. Gebruikers zoals steden, adviesbureaus of onderzoeksinstellingen krijgen een kant-en-klare basis waarop ze eenvoudige en complexe use cases direct kunnen implementeren.
Wat worden volgens u de mobiliteitstrends van 2023?
Christian U. Haas: De opkomst van EV zal op korte termijn de grootste impact hebben. Experts in de VS en in Europa verwachten dat de verkoop van EV blijft stijgen, maar de oplaadinfrastructuur is nog lang niet toereikend. In de VS is het doel om tegen 2030 in het hele land 500.000 openbare laders te installeren. Een studie van McKinsey uit 2022 schat dat dit niet eens genoeg is en dat de VS tegen dat jaar 1,2 miljoen openbare EV-laders en 28 miljoen particuliere EV-laders nodig zouden hebben. In 2023 zal het er dus vooral om gaan hoe het oplaadnetwerk snel kan worden uitgebreid. Er is dringend behoefte aan een systematische, vraaggestuurde aanpak.
Ik denk ook dat het slimme gebruik van big data in mobiliteit en logistiek steeds belangrijker zal worden. De huidige beschikbaarheid van big data is tot nu toe grotendeels onbenut, dus er is een enorm potentieel. Niet alleen in termen van machine learning en AI, maar ook in data analytics en visualisatie.
Bij PTV Group werken we aan een reeks nieuwe dashboards die binnenkort worden uitgebracht en die steden gemakkelijk toegankelijke mobiliteitsinzichten bieden. Afgelopen december hebben we het eerste dashboard, PTV Access, uitgebracht om de bereikbaarheids- en mobiliteitsscores in Duitse steden te visualiseren. Dergelijke instrumenten stellen belanghebbenden in steden in staat om duurzame en inclusieve stedelijke omgevingen vorm te geven die gericht zijn op de behoeften van de burger.
Dus digitalisering en big data zijn de belangrijkste ingrediënten om de toekomst van het vervoer vorm te geven?
Christian U. Haas: Ja, absoluut. Ze zijn fundamenteel voor de vormgeving van slimme steden en onze vervoerssystemen van de toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat we vandaag over de beste voorwaarden beschikken om een succesvolle transformatie naar gelijke, toegankelijke en duurzame mobiliteit tot stand te brengen. Er zijn voortdurend nieuwe technologieën en innovaties beschikbaar.
De industrie en de publieke sector bezitten goudmijnen van gegevens, waarvan verkeersgegevens slechts een klein deel uitmaken. Slim gebruik ervan en gegevensgestuurde analyse en visualisatie zijn essentieel om mobiliteit te begrijpen, te beheren en te reguleren. De toekomst ligt in dergelijke datagestuurde digitale instrumenten. Zij maken gedegen besluitvormingsprocessen mogelijk voor toekomstige mobiliteits- en infrastructuurmaatregelen.
Hoe ziet u het onderwerp autonoom rijden als mobiliteitstrend?
Christian U. Haas: Voor de komende jaren is autonoom rijden natuurlijk de technologie met het grootste ontwrichtende potentieel. De komst van CAV’s zal ons mobiliteitslandschap fundamenteel veranderen – dat staat vast. CAV’s hebben het potentieel om mobiliteit efficiënter en gelijkmatiger te maken en de veiligheid te verbeteren.
En in de logistiek kan autonome technologie de dynamiek sterk veranderen. Niet alleen de zelfrijdende vrachtwagens, die we al zien op snelwegen in staten als Californië of Texas, maar ook leveringsdrones en robots.
Steden moeten nu beginnen met het vaststellen van de randvoorwaarden voor autonoom rijden. Veel van onze simulatiestudies hebben het risico aangetoond dat AV’s het verkeer nog erger maken. De manier waarop nieuwe zelfrijdende diensten worden ontworpen, en hoe goed ze worden geïntegreerd in het openbaar vervoer, zal grote gevolgen hebben voor de verkeerssituatie. Kennis van en inzicht in de mogelijke effecten van nieuwe mobiliteitsdiensten is cruciaal voor steden om de negatieve gevolgen tot een minimum te beperken.
Op welke belangrijke ontwikkelingen op het gebied van verkeersveiligheid moet men het komende jaar letten?
Christian U. Haas: Gegevens zullen ook in de verkeersveiligheid steeds belangrijker worden. Negentig procent van de ongevallen gebeurt omdat mensen fouten maken. De informatie die we uit verschillende gegevensbronnen kunnen halen – zoals floating car data of mobiele data – kan helpen blinde vlekken op te sporen en menselijk gedrag beter in te schatten.
Dit jaar hebben we gewerkt aan een zeer spannend onderzoeksproject genaamd EDDA+. Het doel is risico’s en potentiële gevaren in het wegverkeer in een vroeg stadium op te sporen door beter gebruik te maken van bestaande veiligheidsgerelateerde gegevens.
Dankzij de gegevens kunnen we proactief werken aan verbeteringen om het verkeerssysteem zo te ontwerpen dat menselijke fouten geen fatale gevolgen hebben.
Omdat ons partnerbedrijf Econolite in Anaheim is gevestigd, reist u vaak naar de Verenigde Staten. Welke Europese technologieën of praktijken op het gebied van mobiliteit en stadsplanning zouden de VS in 2023 kunnen verkennen?
Christian U. Haas: Milieugevoeligheid is sterker in Europa. Steden zijn verder met actieve mobiliteit, openbaar vervoer of het instellen van emissiearme zones. De Europese Commissie promoot bijvoorbeeld steeds meer plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit, de zogenaamde SUMP. De VS kunnen hier veel leren, van hun successen en fouten.
In Nederland wordt het fietsverkeer al tientallen jaren gestimuleerd. De Nederlanders hebben een uitgebreid netwerk van fietspaden en fietssnelwegen aangelegd. Het loont de moeite: Bijna een kwart van de Nederlanders fietst dagelijks. De Nederlanders hebben echter niet zoveel aandacht besteed aan het voetgangersverkeer, en zijn daar pas sinds kort mee begonnen.
Veel steden in Europa kiezen tegenwoordig voor een holistische aanpak – wij van PTV Group ondersteunen velen bij het creëren van geïntegreerde mobiliteitsconcepten die alle relevante vormen van mobiliteit omvatten. Een voorbeeld is de stad Frankfurt, die streeft naar een burgergerichte benadering, weg van de auto naar duurzame mobiliteit. Om leefbare en duurzame stedelijke omgevingen te creëren, moeten steden zich anders gaan richten op de behoeften en wensen van de mensen, op actieve mobiliteit, korte afstanden en de verbinding van stedelijke en landelijke gebieden.
En wat kan Europa in dit opzicht van de VS leren?
Christian U. Haas: De VS voeren steeds meer gegevensstandaarden in om samenwerking te bevorderen. Dit creëert nieuwe markten, verbetert de efficiëntie en lost gemeenschappelijke problemen sneller op. Dit is natuurlijk gemakkelijker in de VS met één grote economie, in tegenstelling tot Europa met zijn verschillende kleinere coöperatieve economieën, met verschillende talen, culturen en netwerken. In Duitsland maken wij deel uit van de Data Mobility Space, een overheidsinitiatief dat rechtstreeks in deze richting gaat.
In het algemeen gaan dingen vaak veel sneller en minder bureaucratisch in de V.S. Amerikanen hebben meer risicobereidheid om in nieuwe technologieën te investeren.
De Europeanen zouden meer moed kunnen tonen en vaker het motto “beter gedaan dan perfect” volgen.