Het bieden van toegankelijkheid en het verbinden van vervoerswijzen voor mensen en bedrijven, is een van de grootste infrastructuuruitdagingen waar ook ter wereld. De enorme budgetten die ermee gemoeid zijn, evenals de ruimte en middelen die nodig zijn voor ontwikkeling, maken de besluitvorming complex. Elk project zal een impact hebben op miljoenen mensen in hun dagelijks leven.
Maar het proces van het analyseren van de toegankelijkheid, met inbegrip van het luchthavenvervoer, kan soepeler verlopen met digitale modellering, beweert Dr. Philipp Fröhlich. Hij is civiel ingenieur en consultant gespecialiseerd in vervoersmodellering en doceert aan de Universiteit van Kaapstad. Zijn lopende onderzoek richt zich op het modelleren van vervoer met de nadruk op openbaar vervoer, luchtvervoer en dynamische prijsstelling.
We spraken onlangs met Dr. Fröhlich over toegankelijkheid en luchtvervoer, en over zijn unieke gebruik van PTV Visum software om autoriteiten te helpen dit proces te vergemakkelijken.
Wat is het belangrijkste doel van uw werk op het gebied van toegankelijkheid?
Dr. Philipp Fröhlich: Het onderzoek waar ik sinds 2002 bij betrokken ben, gaat over de afleiding van multimodale continentale en mondiale toegankelijkheid voor alle regio’s in Europa – per vliegtuig, per spoor en de weg – en hoe deze in 30 jaar zijn veranderd. Twintig jaar geleden werkten we samen met het BAK Economics Institute, een in Bazel gevestigde denktank. Zij werken aan de economische gegevens en de berekening van de toegankelijkheid, en wij leveren de vervoersgegevens.
Het resultaat is een unieke tijdreeks over decennia. Het stelt besluitvormers in regio’s, steden en luchthavens in staat om hun strategieën met betrekking tot continentale en mondiale toegankelijkheid te verbeteren en te zien hoe ze zich verhouden tot hun collega’s. De kaart van de mondiale toegankelijkheid voor 2018 is hieronder te zien.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de toegankelijkheid van het luchthavenvervoer?
Dr. Philipp Fröhlich: Om reistijden tussen luchthavens op verschillende tijden en dagen te kunnen berekenen, moet veel data worden opgeslagen, met elkaar in verband worden gebracht en een geschikte structuur hebben voor algoritmen.
Laten we dat in de juiste context plaatsen: Vóór de coronapandemie waren er bijna 4.000 luchthavens in de wereld met regelmatige passagiersdiensten; en ongeveer 200.000 vluchten per dag. Er zijn nog meer factoren waarmee u rekening moet houden, zoals meerdere terminals op grotere luchthavens, minimale aansluittijden voor binnenlandse en internationale reizen, verschillende inchecktijden en natuurlijk verschillende tijdzones.
Om het hoofd te bieden aan deze enorme hoeveelheid data, hebben we PTV Visum op het toneel gebracht. Een van de functionaliteiten van deze software is een zeer sterke modellering van het openbaar vervoer. Tenslotte konden we de reistijd tussen luchthavens in de wereld berekenen.
Dus het omgaan met data is de belangrijkste factor bij de waardebepaling van de toegankelijkheid van regio’s of luchthavens?
Dr. Philipp Fröhlich: Veel regio’s en luchthavens, vooral kleinere en middelgrote, hebben geen tools en gegevens om hun strategie te herzien en te verbeteren, en om de directe en indirecte economische effecten van luchthavens op een regio te meten. Deze zullen nog belangrijker worden in de huidige COVID-crisis en – hopelijk snel – in het herstel na de crisis. Het volgen van de veranderingen in de toegankelijkheid van regio’s tijdens de COVID-pandemie wordt een interessante taak.
Hoe heeft u de PTV software aangepast voor uw onderzoek?
Dr. Philipp Fröhlich: PTV Visum software biedt een unieke mogelijkheid om het openbaar vervoer te modelleren. We hebben de datastructuur van vliegplannen en netwerken van luchtvervoer aangepast aan de eisen van Visum.
Zou het mogelijk zijn om uw model aan te passen om een Europese strategie voor hogesnelheidstreinen te ontwikkelen om het aantal vluchten binnen Europa te verminderen?
Dr. Philipp Fröhlich: Ja, de modelstructuur omvat ook vervoer per spoor en over de weg. Daarom is het mogelijk verschillende vervoersbeleidsstrategieën te testen.
De laatste jaren zijn veel mensen bezorgd geworden over de hoeveelheid uitstoot van passagiersvliegtuigen. Suggereert uw onderzoek dat een beter beheer van het luchthavenverkeer kan helpen die uitstoot te verminderen?
Dr. Philipp Fröhlich: Operationele planning of operationele controle is een ander onderwerp. Waar wij ons op richten, is het meten en vergelijken van de servicekwaliteit van lucht-, spoor- en wegvervoer op strategisch niveau voor regio’s, steden en luchthavens.
Gaat uw onderzoek ook over de ervaringen van passagiers op weg van en naar luchthavens? Qua reistijden, kortere wachtrijen, etc.
Dr. Philipp Fröhlich: Ja, het model houdt rekening met de toegangstijd met het openbaar vervoer en de auto van het stadscentrum naar de luchthaven, evenals de inchecktijden.
Zal de huidige coronacrisis een blijvend effect hebben op de manier waarop luchthavens worden beheerd?
De COVID-pandemie is de grootste crisis sinds de introductie van het commerciële vliegverkeer. Maar met de verhoogde vaccinatiegraad, denk ik dat we in 2022 een nieuw normaal zullen bereiken, hopelijk ook in het internationale reisverkeer.
Sommige effecten van de pandemie zullen de komende jaren van invloed blijven op de vraag naar vliegreizen. De impact zal meer voelbaar zijn bij zakenreizen en minder bij vakantiereizen. Dit betekent minder feeder-vluchten van netwerkcarriers van en naar kleine luchthavens. Deze luchthavens zullen vechten om te overleven, met directe gevolgen voor de regio’s die zij bedienen.
Voor grote luchthavens is de belangrijkste vraag wanneer ze weer het break-even punt zullen bereiken. Degenen met goed openbaar vervoer zullen doorgaan met de ontwikkeling van voorzieningen ter plaatse, zoals winkels, recreatie en kantoren, omdat de infrastructuur al bestaat.
Als epiloog: hoe anders zullen luchthavens er over 5-10 jaar uitzien? Wat zullen de belangrijkste veranderingen zijn?
Op lange termijn zie ik aan de ene kant minder spelers, minder verbindingen en hogere prijzen voor vliegreizen. Aan de andere kant heeft de luchtvaartindustrie altijd nieuw geld aangetrokken om zichzelf drijvende te houden.