Elektrische bussen zijn een alledaags beeld aan het worden in steden. Het is dan ook geen verrassing dat veel openbaarvervoersautoriteiten voor de uitdaging staan om het beste e-busplan voor hun stad of regio te creëren.
Maar hier komt de realiteit: elektrische bussen zijn nog steeds duur. De aanschaf van hele vloten e-bussen ligt wellicht ver buiten de mogelijkheden van veel openbaarvervoersexploitanten, zelfs in welvarende landen.
Een onlangs uitgevoerde studie biedt een frisse, realistische benadering om het beste plan voor elektrische bussen aan te nemen, zelfs wanneer de budgetten krap zijn. En in Europa kan een door corona aangedreven financieel reddingsplan een sterke stimulans zijn om het aan te nemen.
Zijn elektrische bussen beter?
Voor veel steden is bus-elektrificatie de sleutel tot het aanpakken van luchtvervuiling en geluidsoverlast.
Veel stedelijke regio’s zijn al begonnen met het vervangen van dieselbussen door elektrische vervoersvloten. China neemt het voortouw – in de metropool Shenzhen zijn alle bussen al elektrisch. Andere steden, zoals Wellington, Nieuw-Zeeland, of Leipzig, Duitsland, volgen dat voorbeeld.
In 2019 heeft de EU bindende inkoopdoelstellingen vastgesteld voor emissievrije of emissiearme voertuigen door autoriteiten en openbaarvervoersexploitanten. E-bussen spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van dit plan.
Hoe werken plannen voor elektrische bussen?
Omdat de bediening van elektrische bussen sterk verschilt van traditioneel openbaar vervoer, worden exploitanten nu geconfronteerd met tal van vragen: welke voertuigen en welke technologie moeten ze gebruiken? Hoeveel bussen zijn er nodig om de service te optimaliseren? En hoe bouw je het beste een netwerk van acculaadstations op?
Maar bovenal hangt het vraagstuk van de financiering van zo’n enorme transitie. Dit is een steeds grotere uitdaging geworden tijdens de coronaviruspandemie, die het gebruik van het openbaar vervoer heeft beïnvloed.
Coronavirus en elektrische bussen
De angst om in het openbaar vervoer met het coronavirus te worden besmet, is nu wereldwijd gemeengoed geworden. Volgens gegevens die tijdens de pandemie zijn verzameld, reist 42% van de Italianen minder met het openbaar vervoer, terwijl 15% er helemaal van is afgestapt. In de VS maakt ongeveer de helft van de bevolking minder vaak gebruik van het openbaar vervoer, vergeleken met het niveau van voor de pandemie.
Het wantrouwen in het openbaar vervoer kan leiden tot een toename van het gebruik van de eigen auto, met negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit, de doorstroming van het verkeer en de kosten van levensonderhoud in stedelijke gebieden. Het gaat gepaard met een enorme groei van het aantal mensen dat vanuit huis werkt.
Deze combinatie vormt een enorme uitdaging voor de openbaarvervoersector. Maar het kan ook een grote kans zijn om de plannen voor elektrische bussen te verbeteren.
EU-plan voor groene mobiliteit
In juli 2020 heeft de EU een deal van 750 miljard euro goedgekeurd voor de wederopbouw van de door de pandemie getroffen economieën. De deal trekt bijna € 2,2 miljard uit voor 140 belangrijke vervoersprojecten, met als verklaarde doelstelling een groene transitie en duurzame mobiliteit.
De vernieuwing van de vloot van het openbaar vervoer maakt uiteraard deel uit van dit plan, dat tot doel heeft de uitstoot te verminderen en de steden duurzamer te maken. Elektrificatie van bussen past perfect in dit plan. Zal de pandemie dus leiden tot veel meer e-bussen op de wegen?
Hoe over te stappen op elektrische bussen
De aanschaf van geheel nieuwe elektrische bus vloten lijkt de juiste aanpak – maar de kosten zijn enorm. Dus misschien is er een middenweg, waarbij de omschakeling geleidelijk en in combinatie met andere maatregelen wordt uitgevoerd? Op deze manier wordt het budget niet overschreden en de servicekwaliteit en emissiereductie worden geoptimaliseerd.
Dit was de focus van een recent onderzoek uitgevoerd door PTV Group en de Italiaanse Nationale Associatie van Wegvervoerders en Reizigers (ANAV). “Het doel van onze analyse was het evalueren van verschillende strategieën voor de overgang naar een elektrisch aangedreven openbaar vervoer”, aldus Lorenzo Meschini, directeur Realtime Solutions bij PTV Group, die aan het onderzoek heeft meegewerkt.
Een dergelijke verandering kan voor Italië niet snel genoeg komen. Italiaanse openbaarvervoersystemen staan op de laagste plaats in Europa: bussen zijn gemiddeld meer dan 12 jaar oud – het dubbele van die in Duitsland. En slechts 5,4% van de stadsbussen is elektrisch en emissievrij.
Geleidelijke overschakeling op elektrische bussen
De studie omvatte veel computersimulaties die rekening hielden met scenario’s voor het vernieuwen van de openbare bus vloten. De simulaties wezen in een verrassende richting: het aannemen van strategieën die alleen gericht zijn op duurzaamheid, zonder rekening te houden met andere complexe factoren, kunnen tot enkele positieve resultaten leiden, maar niet altijd de best mogelijke.
Met andere woorden, een strategie die gebaseerd is op de aanschaf van volledig elektrische bussen garandeert de meest significante vermindering van de vervuiling in Italië. E-bussen zijn echter nog steeds erg duur, en er zouden er maar weinig kunnen worden aangeschaft. Veel vervuilende voertuigen zouden dus in dienst blijven.
Dus, wat voor soort bussen kunnen in dit geval het beste worden gebruikt?
De simulaties in de studie hebben aangetoond dat de aanschaf van de goedkopere Euro VI-dieselbussen een sterke vermindering van de emissies zal garanderen en meer budget overlaat om de bestaande vloot te vernieuwen.
Uiteindelijk bleek uit de studie dat het streven om over te schakelen op een volledig elektrische vloot minder realistisch is wanneer het volledige wagenpark veroudert, dan wanneer het relatief nieuw is. Daarom is voor Italië een beleid van geleidelijke vernieuwing wellicht de beste keuze.