De tijden dat stadsplanners een stad, bijvoorbeeld Karlsruhe, op de tekentafel konden plannen als een geplande stad op open terrein, liggen achter ons. Tegenwoordig hebben stadsbesturen bij stadsplanning te maken met de eisen en belangen van veel verschillende groepen; de ruimte voor stedelijke corridors, d.w.z. belangrijke doorgangsroutes, is vaak beperkt tot de boot. Voor het plannen, ontwerpen en beheren van deze ruimte, vooral op de belangrijkste stedelijke doorgangen, is het noodzakelijk de beschikbare capaciteiten optimaal te verdelen in termen van ruimte en tijd. In het kader van het MORE-onderzoeksproject hebben 18 Europese partnerorganisaties en bedrijven daarom hun krachten gebundeld om een uitgebreid overzicht te geven van het ontwerp van de wegruimte in Europa.

Inga Luchmann, PTV Group
Inga Luchmann, PTV Groep: "Het was voor ons belangrijk om een langetermijnaanpak te hebben die ook buiten Duitsland overdraagbaar is."

De objectieve benadering van MEER

Het hoofddoel van MORE is het ontwikkelen van een alomvattende en vooral objectieve benadering van de planning, het ontwerp en het beheer van de bestaande wegruimte op de belangrijkste stedelijke doorgangen – een basis voor het oplossen van huidige en toekomstige problemen. Een ander doel is het stadsbestuur in staat te stellen de beschikbare wegruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken door de bestaande capaciteiten qua ruimte en tijd optimaal te verdelen. Daartoe heeft MORE een reeks planningsinstrumenten ontwikkeld waarmee het mogelijk is een volledig wegplanningsproces op te zetten en te testen. “De weg is een ecosysteem”, zegt Inga Luchmann, Senior Project Manager bij PTV Group, en ze legt uit: “Met de nieuwe projectaanpak veranderen we de manier waarop we de wegruimte zien, ermee werken en hem gebruiken. We onderzoeken de openbare ruimte van huismuur tot huismuur, boven en onder de grond. We hebben de instrumenten ontwikkeld waarmee steden, ook met betrokkenheid van burgers bij planningsprocessen, nieuwe ontwerpconcepten voor hun wegruimtes kunnen vinden.”

De verschillende belangengroepen

Vele belangengroepen – met totaal verschillende behoeften – delen de bestaande wegruimte. Daarom werden in het project 18 zeer verschillende Europese partners bijeengebracht, waaronder vijf steden, de Europese Fietsersbond, de Internationale Federatie van Voetgangers en ook een adviesraad die het project ondersteunt, onder meer met het Gehl-Instituut. Luchmann legt uit: “Juist deze mix van verschillende belangen zorgde voor precies de juiste spanningsboog in het project – en leidde uiteindelijk tot aanbevelingen voor maatregelen die rekening houden met alle perspectieven.”

Dynamische simulatie van verkeersstromen in de wegruimte

Om eventuele aanbevelingen voor maatregelen te kunnen doen, moeten eerst de stromen en stromen van de verschillende gebruikersgroepen van een wegruimte worden gemodelleerd. Hiervoor is het microscopische, op gedrag gebaseerde simulatietool PTV Vissim gebruikt. Het maakt de simulatie, analyse en evaluatie mogelijk van verkeersstromen en interacties tussen voetgangersstromen, fietsen en openbaar en particulier verkeer. Peter Sukennik, Technical Product Manager bij de PTV Groep, zegt: “Met de nieuwe functies die in de loop van MORE werden ontwikkeld, biedt Vissim een betere modellering van de echte wereld in zijn gehele complexiteit. Het modelleert niet alleen bewegend verkeer, maar biedt ook dynamische en realistische modellering, bijvoorbeeld van parkeren, laden en activiteiten langs de weg, inclusief de interactie van verschillende weggebruikers langs de weg of op pleinen.” De effecten van de Corona-pandemie op het project waren interessant: Naast het verschuiven van de tijd van het projectwerk, minder persoonlijke vergaderingen en afwezigheid van personeel, werden nieuwe afstandsregels ingeschakeld in de PTV Vissim-software.

Peter sukennik
Peter Sukennik, PTV Groep: "Vissim laat een betere modellering zien van de echte wereld in al zijn complexiteit."

Specifiek: Handboek en tools

Naast de simulatie onderzochten de projectdeelnemers bestaande richtsnoeren en praktijken, evalueerden zij casestudies met burgerparticipatie in de “MORE-steden” en verfijnden zij instrumenten en processen voor het ontwerp van de verkeersruimte. Na afloop van het project is de toepassing van de resultaten nu essentieel voor de voortdurende verbetering van de straten in onze steden. Om dit doel te bereiken hebben de projectpartners de resultaten samengevat in een uitgebreid handboek: “Betere straten voor betere steden: Een handboek voor actieve wegplanning, ontwerp en beheer”. Zowel de lange versie als de korte versie ” Handbook Popular Version,” bevatten een procesbeschrijving, details van de instrumenten en niet te vergeten een uitgebreid overzicht van de resultaten van MORE. Het projectteam heeft een reeks specifieke aanbevelingen voor actie toegevoegd.

Om deze aanbevelingen uit te voeren, maakt het juiste instrument vaak het verschil. Daarom werden aanvullende tools ontwikkeld of verbeterd voor de gemeenschappen:

Positieve feedback

“Er zijn al veel positieve berichten binnengekomen van gemeenten die zeer tevreden waren over de tools,” zegt Sukennik, “en dat vooral omdat de bestaande software die in de praktijk wordt gebruikt, is verbeterd. Bovendien is de belangstelling voor de mogelijkheden van simulatietools, ook met het oog op duurzame stadsplanning, wereldwijd toegenomen; steden in Roemenië en Hong Kong hebben al aangegeven dat ze belangstelling hebben.”

“Ik beschouw het project als een echte allround analyse van het actuele thema van het ontwerpen van verkeersruimte inclusief testen,” voegt Luchmann enthousiast toe. “Daarbij hebben we alle weggebruikers en vervoerswijzen onderzocht.”

De weg is dus vrij voor een toekomstgerichte en duurzame inrichting van de wegruimte.

[ve_infobox title=”Achtergrond informatie”]

[/ve_infobox]

Verkeerssimulatie voor echte transparantie

Creëer een besluitvormingsbasis voor uw stedenbouwkundige planning of geef bijvoorbeeld de verkeerscapaciteit van verkeersvoorzieningen.

Geef een reactie